Pokertermen: S
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
Sandbagging: Kijk bij Check-raise.
Sandwich: Als u links en rechts naast u spelers heeft die betten en raisen, dan zit u in de sandwich.
Satellite: Vaak bestaat de prijzenpot van een toernooi uit een satellite. Dit betekent dat u een toegangsticket krijgt om te kunnen spelen in een groter toernooi.
Scare card: Een scare card is een kaart die een goede combinatie mogelijk maakt. Dit is bijvoorbeeld een Aas of een kaart welke een straight of een flush kan maken.
Scoop: Als u tijdens een Hi/Lo spel de High en de Low wint, heet dit een scoop.
Screwed down: Een persoon die erg passief speelt, dus weinig inzet, of ineens weinig in gaat zetten.
Second nuts: Second nuts is de tweede beste hand die gemaakt kan worden met de community cards.
Second pair: Als een paar dat gemaakt is met een community card het een na hoogste paar is, dan is dit het second pair.
Selling a hand: Als u in gaat zetten zodat andere wel nog gaan callen, heet dit selling a hand. U bent er dan zeker van dat u wint.
Semi-bluffing: Semi-bluffing is het bluffen als uw hand wel potentie heeft, maar niet gegarandeerd de hoogste hand is.
Set: Een set zijn drie kaarten met dezelfde waarde. Zie ook three-of-a-kind.
Seventh street: In een Seven Card Stud spel is dit de zevende kaart die gespeeld wordt.
Shark: Een shark is een goede pokerspeler.
Sheriff: Een sheriff is een pokerspeler die zeker wil zijn dat er niemand bluft. Dit doet hij of zij door alles te callen.
Shill: Een shill is een persoon betaald wordt door het casino. Hij of zij haalt ook andere mensen over om te gaan spelen. Verder wordt hij of zij ook gebruikt om tafels te vullen.
S.H.O.E: Zie H.O.R.S.E. Alleen wordt bij deze variant begonnen met Seven Card Stud en afgesloten met Eight or Better.
Short call: Als een persoon called, maar niet de bet kan evenaren, heet dit een short call. Hij of zij heeft dan ook maar recht op een bepaald deel van de pot.
Short-handed: Als u Hold’em speelt met zes of minder spelers.
Short stack: Iemand met een short stack heeft niet veel chips meer.
Shoven: Kijk bij All-in gaan.
Showdown: Als iedereen called, dan worden de kaarten getoond van de spelers.
Shut out: Als een pokerspeler meer geld inzet dan een andere kan callen, dan is die andere shut out of the pot.
Side event: Tijdens een toernooi is er ook meestal een soort van finale. Voor de finale zijn er ook rondes om te spelen. Dit worden de side events genoemd. De finale is dan de main event.
Single suited: Tijdens het Omaha Hold’em kunt u één keer twee kaarten van dezelfde soort hebben.
Sit & Go (SNG): Een sit & go toernooi is een vorm waarbij er maar één tafel is.
Sit on your hands: Als een speler zichzelf in moeten houden om niets geks te doen, dan zit hij als het ware op zijn handen.
Sitting out: U stopt een paar rondes met het spel.
Sixth Street: Tijdens Seven Card Stud is dit de zesde kaart.
Slider: Een persoon die vaak all-in gaat met wat lijkt op een overbet.
Slowplay: Als u doet aan slowplay dan zorgt u ervoor dat u iemand met een verliezende hand de pot inlokt, door hem of haar te laten denken dat u nog slechtere kaarten heeft.
Slowroll: Een slowroll is een manier om uw kaarten te laten zien. Dit gebeurt op een langzame manier. Vaak wordt dit gedaan als iemand denkt dat hij of zij de beste hand had, maar dan toch blijkt dat degene die de slowroll uitvoert een betere hand heeft.
Small blind: De small blind is de kleine verplichte inzet voordat er gedeeld wordt.
Smooth: Kijk bij Rough.
Smooth call: Als u van plan bent om te raisen maar allereerst de inzet van uw tegenstander called, heet dit een smooth call.
Snapped off: Een speler die betrapt wordt op bluffen is snapped off.
Snow hand / snowing: Tijdens een Triple Draw spel laat u zo merken dat u een sterke hand heeft, doordat u geen of weinig kaarten wisselt.
Solid: Een solid spel is een strategie waarbij een speler alleen maar meegaat als hij of zij goede kaarten heeft.
Spanish deck: Een spanish deck is een kaartspel waarbij de kaarten 6 en lager niet mee doen.
Spike: Kijk bij Catch.
Split Limit: Een split limit is een limiet die geldt voor de inzetstructuur. De inzet voor de eerste rondes is lager dan de minimum inzet voor de latere rondes.
Split pair: In Seven Card Stud is dit een paar waarvan er een kaart open ligt en de ander verborgen is.
Split pot: Als de pot verdeeld wordt door twee of meerdere spelers.
Spread Limit: Een spread limit is een inzetstructuur waarbij een minimum en een maximum ingesteld is. Daartussen mag gevarieerd worden in waardes.
Stack: Uw stack is de stapel chips die u heeft waarmee u kunt spelen.
Stakes: De stakes is de hoogte van de limiet waarmee gespeeld wordt.
Stay: U blijft in een hand door te callen.
Stalling: Stalling is niets meer dan tijdrekken. Hierdoor zorgt u ervoor dat andere spelers wellicht eruit gespeeld wordt. Zo maakt u meer kans om te winnen.
Starting hand: De starting hand zijn de kaarten waarmee u een ronde begint.
Steal: Als u stealt, dan wint u door te bluffen.
Steal the blinds: Als een persoon de blinds stealt, dan wil hij of zij zorgen dat iedereen fold voor de flop.
Steamen: Kijk bij Tilten.
Stone-cold bluff: Als een persoon totaal geen goede kaarten heeft en toch inzet. Als iemand u called heeft u geen enkele kans om te winnen.
Stop ‘n’ go: De stop ‘n’ go strategie is een strategie die gespeeld wordt tegen iemand die een vorige ronde agressief speelde. U speelt nu agressief tegen deze persoon.
Strak: Kijk bij Tight.
Straight: Een straight is een hand met vijf kaarten die elkaar opvolgen, bijvoorbeeld 678910.
Straight flush: Een straight flush, is hetzelfde als een flush, alleen zijn de kaarten van dezelfde soort.
Streak: Een streak is een periode waarin alles lukt wat u doet. U speelt heel goed in deze periode en alles zit mee. Zie ook in the zone of rush.
String bet: Als een persoon een bet maakt of raised, maar dit in meerdere stappen doet, noemt men dit een string bet. Hierdoor kan deze persoon de reacties van de andere spelers als zien. Dit is vaak ongeoorloofd tijdens pokeren.
Stuck: Als u stuck staat, dan heeft u verlies.
Stud poker: In bijvoorbeeld Seven Card Stud is dit een vorm van poker waarbij iedere speler met zijn eigen kaarten speelt.
Sucker: Kijk bij Fish.
Sucker straight: Als u de lage kant van de straight heeft, dan is dit de sucker straight.
Sucking out: Als u het geluk heeft om net een kaart te drawen die een andere hand kan verslaan, noemt men dit sucking out.
Suicide King: De suicide King is de Harten Heer. Hij wordt zo genoemd omdat het zwaard door zijn eigen hoofd steekt.
Suit: De suit is de kleur en de soort van de kaart. Dus bijvoorbeeld harten, ruiten, schoppen of klaveren.
Suited: Suited kaarten zijn kaarten van dezelfde soort.
Suited connector(s): Dit zijn kaarten van dezelfde soort die elkaar opvolgen.
Swing: Swing is de verandering in uw stack of bankroll. Dit komt doordat u de ene keer wint en de andere keer verliest.
Swing hand: Dit is een hand in een Hi/Lo spel, die de kans heeft om de Hi en Lo te winnen.